Light and dark – Being an artist
Le claire et l’obscure – Être artiste
Licht en donker – Kunstenaar zijn
Max: Hendrik, you like to take pictures, don’t you?
Hendrik: Yes, why?
Max: I saw a picture at an exhibition that breaks with all the rules. It’s a picture taken on the beach with backlighting.
Hendrik: Then all the people are black in the picture.
Max: Exactly. And because the beach consisted of hail-white sand, you could no longer see the border between sand and air. I wish I was there.
Hendrik: To be able to take that beautiful photo?
Max: No, I don’t see myself as such a great artist. It is still better to experience something for yourself than to see it in a photo. I just want to get out of it. In other words, I long for the year zero.
Hendrik: Me too, you know.
The rest of the time they talked about the trips they had made with their children.
Being an artist
When I was little, I wanted to take art photos. Later, I wanted to be a writer. To protect me from poverty, my parents were so good at stifling my dream of becoming an artist. At least, that’s what they believe. I know plenty of artists who do everything they can to get recognition from a parent. Unfortunately, some of those parents become demented or die before the artist breaks through. They may even get the greatest praise, the praise that really matters, that of their parents, they will never get.
An artist must be able to make something beautiful out of everything, including the downright ugly. In a book program on TV, I see a writer start crying when reading something very personal. The presenter then says “Go on, it’s so beautiful” In Buddhism there is a meditation in which all the suffering in the form of dark smoke enters one nostril and then leaves the body through a radiant white smoke. So we take all the suffering, purify it and send positivity out. Taking on all this misery knows its limits, both in meditation and in art. Just as a child needs to be protected from misery, when charging the batteries, we have to take back the positive and ignore the darkness for a moment. In other words, sooner or later we will have to feed on the light again.
Speaking of feeding, the image of pancakes and ice cream just came to me. Pancakes represent the words I use and ice cream for the feelings I work with. To be able to make something has to be a certain distance from the feelings I write about. That’s why I can’t write lyrics for the funeral of someone I loved, someone who didn’t care about me. A pancake should be served hot, ice cold and a pancake with ice cream the fastest of all three. When feelings and words come together, it’s best to stay as close to the feeling as possible because that slips through your fingers the easiest.
Am I happy with my life? Well, if I didn’t have creativity but could have two pints with the colleagues at work, cook with my girlfriend and then watch a soap opera under a blanket. If there was a contract for that, I’d sign it right away.
Max: Hendrik, vous aimez prendre des photos, n’est-ce pas?
Hendrik : Oui, pourquoi ?
Max : J’ai vu une photo lors d’une exposition qui rompt avec toutes les règles. C’est une photo prise sur la plage avec rétroéclairage.
Hendrik: Alors tous les gens sont noirs sur la photo.
Max : Exactement. Et parce que la plage était composée de sable blanc grêle, vous ne pouviez plus voir la frontière entre le sable et l’air. J’aimerais y être.
Hendrik: Pour pouvoir prendre cette belle photo?
Max : Non, je ne me vois pas comme un si grand artiste. Il est toujours préférable de vivre quelque chose par vous-même que de le voir sur une photo. Je veux juste être parti. En d’autres termes, j’ ai soif de l’année zéro.
Hendrik : Moi aussi, vous savez.
Le reste du temps, ils parlaient des voyages qu’ils avaient faits avec leurs enfants.
Être artiste
Quand j’étais petit, je voulais prendre des photos d’art. Plus tard, j’ai voulu être écrivain. Pour me protéger de la pauvreté, mes parents étaient si doués pour étouffer mon rêve de devenir artiste. Du moins, c’est ce qu’ils croient. Je connais beaucoup d’artistes qui font tout ce qu’ils peuvent pour obtenir la reconnaissance d’un parent. Malheureusement, certains de ces parents deviennent déments ou meurent avant que l’artiste obtient enfin son succès. Ils peuvent recevoir les plus grands éloges, mais les éloges qui comptent vraiment, ceux de leurs parents, ils ne recevront jamais.
Un artiste doit être capable de faire quelque chose de beau de tout, y compris le crachat. Dans une émission de livre à la télé, je vois un écrivain se lancer à pleurer en lisant quelque chose de très personnel. Le présentateur dit alors « Continuez, c’est si beau » Dans le bouddhisme, il y a une méditation dans laquelle toute la souffrance sous forme de fumée obscure pénètre dans une narine, puis quitte le corps à travers une fumée blanche claire. Nous prenons donc toute la souffrance, la purifions et ensuite nous envoyons la positivité. S’emparer de toute cette misère connaît ses limites, tant dans la méditation que dans l’art. Tout comme un enfant a besoin d’être protégé de la misère, lors de la charge des batteries, nous devons reprendre le clair et ignorer l’obscurité pendant un moment. En d’autres termes, tôt ou tard, nous devrons nous nourrir à nouveau de la lumière.
En parlant d’alimentation, l’image des crêpes et de la crème glacée me vient à l’esprit. Les crêpes représentent les mots que j’utilise et la crème glacée pour les sentiments avec lesquels je travaille. Pour pouvoir faire quelque chose, il faut être à une certaine distance des sentiments sur lequel j’écris. C’est pourquoi je ne peux pas écrire les paroles pour les funérailles de quelqu’un que j’aimais, quelqu’un qui ne me laissait pas froid. Une crêpe doit être servie chaude, glacée et une crêpe avec de la crème glacée la plus rapide des trois. Lorsque les sentiments et les mots se réunissent, il est préférable de rester aussi près que possible du sentiment, car cela vous glisse entre les doigts le plus facilement.
Suis-je heureux de ma vie? Eh bien, si je n’avais pas de créativité mais que je pouvais avoir deux bières avec les collègues au travail, cuisiner avec ma petite amie, puis regarder un feuilleton sous une couverture. S’il y avait un contrat pour ça, je le signerais tout de suite.
Max: Hendrik, jij neemt graag foto’s hé?
Hendrik: Ja, waarom?
Max: Ik heb op een tentoonstelling een foto gezien die breekt met alle regels. Het is een foto genomen aan het strand met tegenlicht.
Hendrik: Dan zijn alle mensen zwart op de foto.
Max: Precies. En omdat het strand bestond uit hagelwit zand zag je de grens tussen zand en lucht niet meer. Ik wou dat ik daar was.
Hendrik: Om die mooie foto te kunnen nemen?
Max: Nee, ik zie me niet als zo’n groot artiest. Het is nog altijd beter om iets zelf te ervaren, dan het te zien op een foto. Ik wil gewoon weg zijn. Met andere woorden: ik verlang naar het jaar nul.
Hendrik: Ik ook, hoor.
De rest van de tijd hadden ze het over de reizen die ze met hun kinderen hadden gemaakt.
Kunstenaar zijn
Toen ik klein was, wou ik graag kunstfoto’s maken. Later nog, wou ik schrijver worden. Om mij te beschermen tegen de armoede waren mijn ouders zo goed om mijn droom om kunstenaar te worden in de kiem te smoren. Tenminste, dat geloven zij. Ik ken genoeg kunstenaars die er alles aan doen om erkenning te krijgen van een ouder. Spijtig genoeg worden sommigen van die ouders dement of sterven ze voor het de kunstenaar doorbreekt. Ze mogen dan de grootste lof krijgen, de lof die er echt toe doet, die van hun ouders, zullen ze nooit krijgen.
Een kunstenaar moet van alles iets mooi kunnen maken, ook van het spuuglelijke. In een boekenprogramma op TV zie ik hoe een schrijver begint te wenen bij het voorlezen van iets heel persoonlijks. De presentator zegt dan “Ga verder, het is zo mooi” In het Boeddhisme bestaat er een meditatie waarin al het leed in de vorm van duistere rook het ene neusgat ingaat om vervolgens het lichaam via een stralende witte rook te verlaten. We nemen dus al het lijden tot ons, zuiveren het en sturen positiviteit uit. Het op ons nemen van al die ellende kent zijn grenzen, zowel in de meditatie als in de kunst. Net zoals een kind moet worden beschermd tegen ellende moeten we bij het opladen van de batterijen terug het positieve opnemen en de duisternis even negeren. Met andere woorden: vroeg of laat moeten we ons weer voeden met het licht.
Nu we het over voeden hebben, komt het beeld van pannenkoeken en ijs bij mij binnen. Pannenkoeken staan voor de woorden die ik gebruik en ijs voor de gevoelens waar ik mee werk. Om iets te kunnen maken moet een zekere afstand zijn met de gevoelens waarover ik schrijf. Dat is de reden waarom ik geen teksten kan schrijven voor de begrafenis van iemand die mij dierbaar was, iemand die mij niet koud liet. Een pannenkoek moet warm geserveerd worden, ijskoud en een pannenkoek met ijs het snelste van alle drie. Als gevoelens en woorden samenkomen, blijf je best zo dicht mogelijk bij het gevoel want dat glipt het gemakkelijkst door je vingers.
Of ik tevreden ben met mijn leven? Wel, als ik geen creativiteit zou hebben maar wel twee pintjes kon drinken met de collega’s van het werk, samen kon kokerellen met mijn vriendin om daarna knusjes onder een dekentje naar een soap te kijken. Als daar een contract voor bestond, zou ik het meteen tekenen.
In een boekenprogramma op TV zie ik hoe een schrijver begint te wenen bij het voorlezen van iets heel persoonlijks.
+++
Over welk boekenprogramma gaat het hier?
Zelf ken ik er nog maar één: La grande librairie TV5.
LikeLike
De naam van het programma ontgaat mij maar de presentator was Adriaan van Dis
LikeLike
Oei, dat is nog van vorige eeuw.
Ik was ook een kijker en herinner mij nog levendig de scène die u beschrijft.
Zelf vond ik het in feite, neem mij niet kwalijk,
dat hij de brave man J.M.H. Bieshuivel “gebruikte” voor eigen eer.
De schrijver zat meermaals in een psychiatrische instelling.
In die bewuste uitzending las hij een brief voor waarin hij zich richtte tot zijn vader.
Van Dis (die ik bewonder) deed dit helaas later nog eens over.
Toen in DWDD.
Ik was een trouwe kijker van de Nederlandse TV.
https://www.bnnvara.nl/dewerelddraaitdoor/videos/250952
In 1983 debuteerde Van Dis ook als televisiepresentator en kreeg hij landelijke bekendheid door zijn VPRO-praatprogramma Hier is… Adriaan van Dis, in 1986 bekroond met de Zilveren Nipkowschijf. Vanaf 1987 evolueerde dit algemene culturele programma in een literaire praatshow. De laatste uitzending was op 3 mei 1992. Beroemd zijn geworden de uitzending op 13 april 1983, waarin schrijver Willem Frederik Hermans Van Dis vrijwel geen ruimte geeft om vragen te stellen met als argument “Ik ben helemaal uit Parijs gekomen om u te woord te staan. […] Dit is een vertelgesprek van mijn kant.”[1] En de uitzending op 30 juni 1985 waarin journalist Willem Oltmans woedend wordt wegens de in zijn ogen insinuerende vragen van Van Dis.[2
LikeLiked by 1 person